Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest

Het verschil tussen foliumzuur, folaat en Quatrefolic®

Foliumzuur ken je misschien als een vorm van folaat, beide ook bekend als het wateroplosbare vitamine B11. Over de verschillen en overeenkomsten bestaat nog weleens onduidelijkheid. Vooral als er termen zoals 5-MTHF en Quatrefolic® ten tonele verschijnen. Dit blog biedt meer helderheid in de troebele vijver die foliumzuur heet.

Lees verder onder de afbeelding

Het verschil tussen foliumzuur, folaat en Quatrefolic®

Onderwerpen in dit artikel

  • Wat is foliumzuur?
  • Wat is het verschil tussen foliumzuur en folaat?
  • Het ontstaan en gebruik van foliumzuur
  • Wat is beter bij een zwangerschap(swens)?
  • Foliumzuur, folaat of 5-MTHF?
  • Vitakruid kiest voor 5-MTHF Quatrefolic®
  • Ons advies

Wat is foliumzuur?

Foliumzuur is een B-vitamine die een belangrijke rol speelt bij verschillende processen in ons lichaam. In Nederland wordt het vaak vitamine B11 genoemd, terwijl het in andere landen bekendstaat als B9. Aangezien het een wateroplosbare vitamine is, kan het lichaam foliumzuur niet opslaan; een overschot wordt via de urine afgevoerd.

Wat is het verschil tussen foliumzuur en folaat?

Foliumzuur is de synthetische vorm van B11 (folaat) en wordt vaak toegevoegd aan bewerkte voedingsmiddelen. Folaat is de natuurlijke vorm van vitamine B11 en komt van nature voor in voeding zoals bladgroenten, bonen, eieren, citrusvruchten, avocado's en runderlever. Hoewel foliumzuur en folaat chemisch vergelijkbaar zijn, is er een verschil in hoe ons lichaam deze vormen omzet en opneemt. Folaat moet namelijk één keer en foliumzuur twee keer worden omgezet voordat het bruikbaar is voor ons lichaam. Verderop in het blog leggen we dit omzettingsproces uitgebreider uit.1

Het ontstaan en gebruik van foliumzuur

Foliumzuur werd in de jaren '30 in een lab ontdekt door onderzoeker Lucy Willis. Zij ontdekte dat gistextract een vorm van bloedarmoede bij zwangere vrouwen kon verlichten. Later bleek dat foliumzuur de actieve stof was in deze behandeling.2

In de jaren '60 werd vervolgens ontdekt dat een laag foliumzuurgehalte het risico op neurale buisdefecten bij ongeboren baby’s vergrootte.3 Dit leidde tot de aanbeveling om tijdens de zwangerschap extra foliumzuur te nemen om de folaatstatus te verhogen.

Sinds begin jaren ’90 luidt het advies in Nederland om dagelijks 400 microgram foliumzuur te slikken vanaf het moment dat je zwanger wilt worden tot 10 weken zwangerschap. Neurale buisdefecten ontstaan door een verstoring in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) van het ongeboren kind, met het open ruggetje en open schedel als de meest voorkomende vormen.

Wat is beter bij een zwangerschap(swens)? 

Lange tijd werd foliumzuur als dé oplossing gezien om het verlies van folaat in voeding te compenseren, vooral vanwege de stabiliteit en goedkope productie. Foliumzuur is namelijk stabieler dan natuurlijk folaat en breekt niet snel af bij blootstelling aan warmte of licht. Om deze reden werd het toegevoegd aan supplementen en verrijkte voedingsmiddelen zoals brood en ontbijtgranen. Pas later werd bekend dat geautoriseerde folaat vormen zoals Calcium-L-methylfolaat en L-methylfolaat-glucosamine ook zorgde voor een verhoogde folaatstatus.

Foliumzuur, folaat of 5-MTHF?

Folaat speelt dus een cruciale rol tijdens de zwangerschap, vooral bij het verkleinen van het risico op neurale buisdefecten. Maar voor welke vorm kies je bij een zwangerschap? Is de ene vorm beter dan de ander, omdat ze van werking verschillen of omdat er met de ene vorm meer onderzoek is gedaan? 

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de rol van folaat in de vroege zwangerschap en het preventieve effect hiervan op neurale buisdefecten. Hun rapport uit 2013 bevestigt dat het verhogen van de folaatstatus bij de moeder via suppletie gunstig is voor het verminderen van het risico op neurale buisdefecten.4

De EFSA heeft verschillende vormen van folaat geëvalueerd en goedgekeurd voor toevoeging aan voedingsmiddelen en supplementen. Deze geautoriseerde vormen omvatten zowel synthetisch als biologisch actieve varianten en zijn allemaal effectief en stabiel in het lichaam, waardoor ze bijdragen aan een goede folaatstatus:

  • Foliumzuur (synthetisch)
  • Calcium-L-methylfolaat
  • L-methylfolaat-glucosamine
  • Pteroylmonoglutaminezuur (een andere naam voor foliumzuur)
  • 5-methyltetrahydrofolaat (5-MTHF), beschikbaar als calciumzout of glucosaminezout

Op basis van grondig wetenschappelijk bewijs concludeert de EFSA dat dagelijkse suppletie met 400 mcg met een van bovenstaande vormen van folaat een positieve bijdrage levert aan de preventie van neurale buisdefecten. Het is dus een fabel dat alleen synthetisch foliumzuur zou bijdragen aan de preventie van neurale buisdefecten. De EFSA bevestigt namelijk dat alle geautoriseerde folaatvormen effectief zijn voor het verhogen van de folaatstatus en daarmee het risico op neurale buisdefecten verkleinen. Deze wetenschappelijke onderbouwing toont aan dat zowel synthetisch foliumzuur als de biologisch actieve vormen hun rol vervullen in de folaatstofwisseling en daarmee bijdragen aan een gezonde ontwikkeling tijdens de zwangerschap.4

Vitakruid kiest voor 5-MTHF Quatrefolic®

Gezien de evaluatie en beoordeling van de EFSA, en de verschillen tussen foliumzuur en folaat, kiezen en adviseren wij voor de door de EFSA geautoriseerde vorm 5-MTHF Quatrefolic® in de Multi Dag & Nacht® Mama. Hieronder lees je waarom.

Voordelen product
  • Foliumzuur in de dosering aanbevolen door Gezondheidsraad & verloskundigen
  • Quatrefolic®: beste foliumzuur wereldwijd beschikbaar
  • Met B-vitaminen voor het energieniveau & calcium uit Rode alg (Aquamin®)
Multi Dag & Nacht® Mama
Multi Dag & Nacht® Mama 2 x 30  tabletten

Verschil in omzetting

Wanneer ons lichaam foliumzuur binnenkrijgt via een supplement of bewerkt voedingsmiddel, gaat ons lichaam aan de slag om dat te verwerken. Dit proces omvat twee biochemische reacties waarbij foliumzuur eerst wordt omgezet naar dihydrofolaat (DHF) en vervolgens naar tetrahydrofolaat (THF) voordat het de actieve vorm methyltetrahydrofolaat (5-MTHF) bereikt (zie figuur 1). De 5-MTHF vorm is essentieel voor verschillende belangrijke processen in het lichaam, zoals de synthese van DNA en de vorming van rode bloedcellen. Wanneer we voeding consumeren met folaat (tetrahydrofolaat, of THF) is slechts één biochemische reactie nodig om dit om te zetten naar 5-MTHF (zie figuur 1).

De meest biologisch actieve en goed opneembare variant is daaom 5-MTHF, omdat deze vorm direct door het lichaam kan worden gebruikt zonder verdere omzetting.
Het verschil tussen foliumzuur, folaat en Quatrefolic®

Figuur 1: omzettingsproces foliumzuur.

Ons advies

De best opneembare variant is dus 5-MTHF en onze eerste aanbeveling. Desondanks kan je natuurlijk ook voor de synthetische variant foliumzuur kiezen. Hoewel onderzoek aantoont dat foliumzuur effectief kan zijn, is niet iedereen in staat om foliumzuur efficiënt om te zetten in de actieve vorm. Om deze reden kiezen en adviseren wij oor 5-methyltetrahydrofolaat (5-MTHF) uit alle door de EFSA geautoriseerde vormen.

Advies nodig over foliumzuur?
Onze productadviseurs beantwoorden graag al jouw vragen en geven gratis advies op maat.
Vraag gratis advies aan
Britt

Britt

Lead Customer Care

Referenties
  1. ​​Patanwala I et al. (2014). Folic acid handling by the human gut: implications for food fortification and supplementation. American Journal of Clinical Nutrition.
  2. Hoffbrand, A. V., & Weir, D. G. (2001). The history of folic acid. British journal of haematology, 113(3), 579-589.
  3. Wald, N. J. (2011). Commentary: A brief history of folic acid in the prevention of neural tube defects. International Journal of Epidemiology, 40(5), 1154-1156.
  4. European Food Safety Authority. (2013). Scientific opinion on the substantiation of a health claim related to increasing maternal folate status by supplemental folate intake and reduced risk of neural tube defects pursuant to Article 14 of Regulation (EC) No 1924/2006. EFSA Journal, 11(7), 3328.