Vitamine A is net als vitamine D een vetoplosbare vitamine. Ons lichaam kan deze vitamine niet zelf aanmaken, daarom zijn we voor een adequate inname afhankelijk van voeding of supplementen. En dat is nodig, want vitamine A draagt bij aan diverse belangrijke processen in het lichaam. De vitamine komt in verschillende vormen voor, zowel binnen als buiten het lichaam. Eenmaal geconsumeerd doorloopt het diverse stappen om omgezet en vervolgens in het lichaam gebruikt te worden.
Omzettingsproces vitamine A
Vitamine A noemen we ook wel retinol, wat verwijst naar de vorm die het meeste voorkomt in het lichaam. Er zijn echter meerdere vormen, ieder met net andere kenmerken. In plantaardige voedingsbronnen vind je bijvoorbeeld de voorlopervorm van vitamine A, bètacaroteen. We noemen dit ook wel provitamine A, omdat het lichaam bètacaroteen zelf kan omzetten tot retinol. Dit vergt wel een extra stap.
In dierlijke bronnen vind je juist de directe vorm: retinol of retinylesters. Die laatstgenoemde is een veresterde verbinding van retinol, een manier van het lichaam om retinol veilig en stabiel op te slaan samen met een ander molecuul. Retinol is op zichzelf namelijk vrij onstabiel. Van deze retylesters bestaan ook weer verschillende soorten, de meest voorkomende zijn retinol acetaat, retinol palmitaat en retinol propionaat. Retinol of retinylesters zet het lichaam zelf in twee stappen om tot de meest pure vorm van vitamine A, retinoïnezuur. Deze vorm is echter giftig wanneer ingenomen in hoge hoeveelheden. Bovendien is het dusdanig zuur dat het de huid kan schaden. Daarom is deze vorm niet vrij te suppleren en wordt het alleen in voorgeschreven medicijnen gebruikt.
