Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest
Triglyceriden waarde heb je misschien weleens voorbij zien komen tijdens een bloedtest voor cholesterol. Het kan iets zeggen over de vetten die je in je bloed vervoert. Maar wat zeggen die triglyceriden nou eigenlijk over je gezondheid? En wanneer spreek je van een normaalwaarde? Je leest in dit blog wat triglyceriden zijn, wat een normale waarde is en wat je kunt doen als die te hoog is.
Lees verder onder de afbeelding
Triglyceriden zijn vetachtige stoffen waar iedereen van nature over beschikt. De betekenis zit al in de naam: elk molecuul bestaat uit drie vetzuren (tri-) en éénglycerolmolecuul (-glyceriden).
Triglyceriden komen in principe op twee plekken in je lichaam voor:1
Je hoort meestal voor het eerst over triglyceriden als het gaat over cholesterol. Beiden zeggen namelijk iets over je vetstofwisseling. Toch zijn het twee totaal verschillende vetachtige stoffen: triglyceriden leveren vooral energie, cholesterol is onder andere een bouwstof voor cellen en hormonen.
Een deel van de triglyceriden in je lichaam komt rechtstreeks uit je voeding. Een ander deel maak je zelf aan in je lever, vooral als er glucose (uit koolhydraten) over is die je niet meteen verbruikt.2
Als je vet uit voeding binnenkrijgt, heb je het vrijwel altijd over triglyceriden. Die kom je tegen in bijvoorbeeld olie, vlees, noten of volle zuivel. Maar voordat je lichaam deze vetten kan gebruiken, moeten ze eerst worden afgebroken zodat ze opgenomen kunnen worden.
In de dunne darm zorgt het enzym pancreaslipase ervoor dat triglyceriden uit voeding worden afgebroken tot één monoglyceride en twee vrije vetzuren. Alleen in deze vormen kunnen ze door de darmwand worden opgenomen. Eenmaal opgenomen en in speciale cellen genaamd enterocyten, worden ze weer samengevoegd tot nieuwe triglyceriden. Daarna verpakt je lichaam ze in chylomicronen: transportdeeltjes die vetten via je bloed naar verschillende organen en cellen kunnen brengen.2
Heb je op dat moment geen directe energie nodig? Dan worden de triglyceriden niet verbruikt, maar opgeslagen in vetcellen voor later gebruik. Bijvoorbeeld tussen maaltijden of bij fysieke inspanning.1,2
Naast deze route via voeding kan je lichaam ook zelf triglyceriden maken. Dat gebeurt in de lever die overtollig glucose kan omzetten in nieuwe triglyceriden. Die worden vervolgens verpakt in andere transportdeeltjes, genaamd VLDL (Very Low Density Lipoproteins), en volgen vervolgens dezelfde route via het bloed als de triglyceriden uit voeding.1,2
De triglyceriden waarde laat zien hoeveel vetdeeltjes – verpakt in chylomicronen en VLDL – op een bepaald moment in het bloed circuleren. Die meting kan je een idee geven over hoe je lichaam met vetten als energiebron omgaat. Is er bijvoorbeeld wel genoeg beschikbaar voor je cellen? Maakt je lever op het juiste moment vetten aan uit andere calorieën? En weten je cellen dat vervolgens goed te verwerken of op te slaan?3
Normaal gesproken blijven de triglyceriden in je bloed redelijk stabiel. Als je iets eet, schiet de waarde even iets omhoog. Ze moeten nu eenmaal via je bloed reizen om de juiste cellen te bereiken. Maar als de waarde daarna niet daalt, dan zegt dat misschien iets over het vermogen van je lichaam om vetten te verwerken.3
De normaalwaarden voor triglyceriden hangen af van het moment waarop je bloed wordt afgenomen, en of je van tevoren hebt gegeten. De meeste richtlijnen gaan uit van een nuchtere meting: dus zonder ontbijt, minstens acht uur na je laatste maaltijd.
Hier zie je welke triglyceriden waarden je als normaal mag zien, en vanaf wanneer als verhoogd:1,4
Waarde in mmol/l (millimol per liter) | Betekenis |
---|---|
Lager dan 1,7 | Normaal |
1,8 tot 2,2 | Iets verhoogd (grenswaarde) |
2,3 tot 5,6 | Verhoogd |
5,7 of hoger | Ernstig verhoogd |
Overtollige glucose kan in de lever worden omgezet in triglyceriden. Dit gebeurt vooral bij een eetpatroon met veel toegevoegde suikers, snelle koolhydraten of frisdranken. Als je daarnaast weinig beweegt en je lichaam die suikers niet direct verbrandt, is de kans groter dat je triglyceridenwaarde in het bloed stijgt.1,2,3
Lees ook onze blog over wat suiker met je lichaam doet.
Bij overgewicht zijn de triglyceridenwaarden in het bloed vaak verhoogd. Vooral vetophoping rond de buik (visceraal vet) verstoort de vetstofwisseling. Het vetweefsel raakt minder goed in staat om vetzuren op te slaan, waardoor er meer vrije vetzuren en triglyceriden in het bloed blijven circuleren.1,2,3
Zelfs als je verder gezond eet, kan alcohol de triglyceridenproductie in je lever flink aanwakkeren. Vooral als je het regelmatig in grotere hoeveelheden drinkt.1,3 Bij mensen die hier gevoelig voor zijn, kan dit effect zelfs al optreden bij kleine hoeveelheden.2
Roken kan het vermogen van je lichaam verminderen om vetten efficiënt te verwerken.5 Dus ook als je verder gezond eet én voldoende beweegt.
Soms hebben bepaalde bloeddrukverlagers, ontstekingsremmers of antivirale middelen invloed op je vetstofwisseling. Maar bijvoorbeeld ook oestrogenen of de anticonceptiepil.1,2,3 Heb je het idee dat je medicijnen een rol spelen? Vraag dan eens of je arts je bloed kan controleren en bespreek je opties.
Sommige onderliggende aandoeningen verstoren je hormoonbalans. Denk aan problemen met je alvleesklier of schildklier. Daardoor raakt je stofwisseling uit balans, wat invloed heeft op hoe goed je lichaam vetten verwerkt. Hierdoor kun je toch ineens een verhoogde triglyceriden waarde hebben, ook al leef je verder gezond.1,2,3
Sommige mensen maken door erfelijke aanleg van nature meer triglyceriden aan of breken ze minder goed af. Dus ken je meerdere familieleden met hoge triglyceriden waarden? Dan is het zinvol om je eigen bloedwaarden in de gaten te houden.1,2,3,5
Als er langdurig te veel triglyceriden in je bloed circuleren, merk je dat vaak niet meteen. Maar op de achtergrond gebeurt al van alles: 3
De vetdeeltjes kunnen zich gaan ophopen op plekken waar ze niet thuishoren, bijvoorbeeld aan de binnenkant van je vaatwand. Ze vormen daar samen met andere stoffen een soort vettige laag die je bloedstroom kan belemmeren.
Je lever krijgt veel te verwerken. Die probeert het vet netjes op te slaan, maar als dat niet goed lukt, ontstaan er vetophopingen in je leverweefsel. Dit kan ervoor zorgen dat je lever minder goed functioneert.
Bij te veel vetdeeltjes in het bloed blijft je afweer actiever dan nodig. Die overactieve respons zorgt voor extra druk op je lichaamscellen, wat na verloop van tijd schade aan weefsels kan veroorzaken.
Bekijk ook ons blog over hoe een gezonde leefstijl je cholesterolwaarde verbetert.
Als je triglyceriden waarde wat aan de hoge kant is, probeert je lichaam je iets te vertellen. Dat is niet direct iets om van te schrikken, maar wel om serieus te nemen. Het goede nieuws: met een paar leefstijlaanpassingen kun je je vetstofwisseling al merkbaar verbeteren. Kleine stappen maken vaak al groot verschil – en je lijf zal je dankbaar zijn.