Vitamine D is een vetoplosbare vitamine en een van de weinige vitaminen die je lichaam zelf kan maken. Onder invloed van zonlicht wordt in de huid vitamine D3 gevormd. Daarnaast haal je een kleinere hoeveelheid uit voeding, zoals vis, eieren en verrijkte producten.
Vitamine D bestaat in twee vormen. Vitamine D2 (ergocalciferol) komt voor in sommige paddenstoelen en schimmels, terwijl vitamine D3 (cholecalciferol) van nature voorkomt in dierlijke producten en de vorm is die je huid zelf aanmaakt. Supplementen bevatten meestal vitamine D3, omdat deze variant beter wordt benut door het lichaam.
Na opname in de darm, vaak samen met vet uit de voeding, wordt vitamine D in de lever omgezet in een tussenproduct dat later in de nieren actief wordt gemaakt. Je lichaam kan vitamine D ook opslaan in vetweefsel en in de lever, zodat je een voorraad hebt voor perioden met minder zonlicht.