Vitamine C is water oplosbaar met één uitzondering en dat is de vet oplosbare vorm ascorbyl palmitaat. De meeste zoogdieren kunnen zelf vitamine C aanmaken met uitzondering van de mens en de cavia. De benodigde hoeveelheden vitamine C zijn enkele tientallen milligrammen per kilogram lichaamsgewicht per dag. Vooral onder stress kan dit getal enorm oplopen. De mens kan geen vitamine C synthetiseren en is volkomen afhankelijk van de uit voeding afkomstige vitamine C. Vooral in ons leefmilieu waar veel stressfactoren aanwezig zijn heeft de mens veel meer vitamine C nodig dan wordt gedacht. In ons hele lichaam wordt vitamine C gebruikt en onze bijnieren en hypofyse hebben een bijzonder hoge concentratie. Verder hebben de skeletspieren en lever veel vitamine C nodig.
Er zijn talloze voedingsbronnen die vitamine C bevatten. De voeding waar vitamine C rijk in vertegenwoordigt is zijn: groenten, fruit, aardappelen, (orgaan)vlees.